Een Parijse echtpaar besluit een onhygiënische kelder in hun gebouw te verkopen. Een heel gewone, onopvallende man, meneer Fonzic, komt opdagen om het te kopen. Daar is niets ongewoons, totdat de man zijn intrek neemt in de kelder en er zijn vaste verblijfplaats van maakt. Het echtpaar probeert wanhopig de verkoop te annuleren, maar het mocht niet baten. Erger nog, meneer Fonzic wordt een bedreiging voor hun familie als hij bevriend raakt met hun tienerdochter, op wie hij een perverse invloed lijkt uit te oefenen.